Waarom de temperatuur belangrijk is

De temperatuur bij het stomen van hooi is belangrijk omdat veel bacteriën en schimmels al afsterven tussen de 60°C en 80°C. Hoe hoger de temperatuur, hoe vollediger en betrouwbaarder het resultaat. Door het hooi tot in de kern goed te verhitten, weet je zeker dat ook hardnekkige ziektekiemen en schimmelsporen verdwijnen, terwijl de voedingswaarde behouden blijft.

Bacteriën


Niet alle bacteriën sterven bij dezelfde temperatuur. Veel soorten zijn al na enkele minuten bij 60°C inactief, maar er bestaan ook hardnekkige bacteriën die pas boven de 70°C of 80°C volledig verdwijnen. Door het hooi tot in de kern goed te verhitten, weet je zeker dat alle bacteriën worden uitgeschakeld.

Schimmels


Schimmels en hun sporen kunnen nog beter tegen hitte dan veel bacteriën. Sommige sporen overleven temperaturen tot 70°C, waardoor alleen hogere temperaturen zekerheid geven dat ze volledig verdwijnen. Door het stomen tot in de kern op minimaal 80°C te brengen, worden ook deze hardnekkige schimmelsporen vernietigd.

Fotorealistische afbeelding van een transparante hooibak gevuld met hooi, waarin een thermometer duidelijk in het midden van het hooi is gestoken (kernmeting), naast een thermometer op het deksel. De thermometer op het deksel geeft een veel hogere waarde aan dan de thermometer in de kern. Warme stoom stijgt uit de bak, in een schone stalomgeving. Helder, realistisch en informatief.

Kern temperatuur


Bij het stomen van hooi is de temperatuur in de kern het belangrijkst. Een thermometer op de deksel geeft alleen de temperatuur van de stoom of de lucht bovenin de bak aan, en die is vaak veel hoger dan in het midden van het hooi. Daardoor zegt zo’n dekselmeter weinig over of het hooi van binnen heet genoeg is geweest. Pas als de kerntemperatuur lang genoeg hoog is, weet je zeker dat bacteriën en schimmels écht zijn uitgeschakeld.

Driepuntsmetingen

Om zeker te weten dat onze hooibakken het hooi overal goed verhitten, voeren wij bij elk type hooistomer een uitgebreide temperatuurtest uit. Daarbij meten we op drie cruciale plekken: onderin de bak, direct onder de deksel en – het belangrijkst – diep in de kern van het hooi. Uit deze driepuntsmetingen blijkt dat het hooi tijdens het stomen overal voldoende heet wordt om bacteriën, schimmels en hun sporen effectief te doden. Zo weet je zeker dat je paard echt schoon, veilig en gezond hooi krijgt.

Metingen gedurende het jaar

Gedurende het jaar doe ik meerdere metingen om zeker te weten dat het hooi tijdens het stomen altijd voldoende wordt verhit. Wil je meer weten over waarom temperatuur zo belangrijk is bij hooistomen? Lees dan onze blogartikelen, zoals:


Hieronder vind je een aantal van die metingen.